En wat jij er als docent aan kunt doen
Het is zondagochtend. Je zit aan tafel met een dampende kop koffie en een stapel opdrachten van je studenten. Terwijl je door de verslagen bladert, stuit je op een probleem dat steeds hardnekkiger wordt: een student uit de koksopleiding schrijft een recept alsof hij uit een gastronomische encyclopedie citeert, inclusief ‘toevallige’ fouten die te goed bedacht zijn om oprecht te zijn. Een businessstudent heeft een opdracht in het Nederlands geschreven, deze vertaald naar Engels met een tool, en voilà: een rapport dat klinkt alsof een native speaker het heeft opgesteld. En fiscaalrechtstudenten? Die knallen toetsvragen in een AI-tool en leveren de output zonder blikken of blozen in.
Deze week hoorde ik bovenstaande signalen tijdens afspraken binnen opleidingen. Bottom line: met tools zoals ChatGPT kunnen studenten schriftelijke opdrachten en toetsen produceren die weinig meer zeggen over hun eigen niveau. Het probleem is niet alleen dat het gemakkelijker wordt om te ‘cheaten’, maar ook dat het onderwijs hiermee oppervlakkiger wordt. Wat leren studenten nog écht, als ze vooral bezig zijn met het ‘omzeilen’ van leren?
Dit is geen toekomstscenario meer, dit gebeurt nu. Dus hoe zorgen we ervoor dat we als docenten relevant blijven in een tijd waarin technologie de shortcuts voorschotelt? Hier zijn drie concrete suggesties – inclusief een truc die je als docent echt móét proberen.
- Van schrijven naar doen: actieve vaardigheden centraal stellen
Een opdracht inleveren is één ding, maar kunnen studenten ook écht laten zien wat ze beheersen? Als je wilt weten of een student begrijpt hoe je een Hollandaise saus maakt, dan is een perfect geschreven verslag daar simpelweg niet genoeg voor. Laat ze het demonstreren.
Richt je op procesgerichte en praktijkgerichte opdrachten. Bijvoorbeeld: laat studenten in de koksopleiding niet alleen een recept schrijven, maar vraag ze het gerecht ook te bereiden – mét de mogelijkheid om onverwachte problemen op te lossen. Of bij International Business: vraag studenten om een rollenspel te spelen waarin ze een product aan de man brengen. Dit soort opdrachten dwingt studenten om hun kennis actief toe te passen, iets waar AI niet voor kan instaan. - Schud aan je toetsvormen: denk buiten de standaard kaders
We moeten het onszelf ook niet té moeilijk maken: traditionele schriftelijke toetsen zijn een uitnodiging voor AI-misbruik. Als je studenten de kans geeft om iets in te leveren dat thuis is gemaakt, kun je er vrijwel zeker van zijn dat technologie (en niet zijzelf) de antwoorden levert.
Wat wél werkt? Toetsvormen waarbij studenten live aan de slag moeten. Mondelinge assessments, interactieve casussen, of opdrachten waarin studenten een adviesrapport niet alleen schrijven, maar ook live verdedigen en toelichten. Bij fiscaal recht kun je denken aan casusopdrachten waarbij ze in de les juridische oplossingen moeten presenteren. Dit soort dynamische toetsvormen voorkomt dat AI de show kan stelen en zorgt ervoor dat studenten echt aan de bak moeten. - Maak studenten afhankelijk van elkaar: werken met halffabrikaten
En nu de gouden tip: maak studenten afhankelijk van elkaars werk. Als je wilt voorkomen dat studenten AI gebruiken als shortcut, laat hen dan werken met wat anderen hebben geproduceerd. Waarom? Omdat AI prima een eindproduct kan leveren, maar moeite heeft met samenwerking, kritisch kijken en procesmatige feedback. En dát zijn nu precies de vaardigheden die studenten hiermee leren.
Neem de koksopleiding als voorbeeld. Laat een student groenten snijden, en geef die gesneden groenten vervolgens door aan een andere student, die er een gerecht mee moet maken. Het resultaat? Iedereen wordt zich ineens bewust van hoe belangrijk de kwaliteit van die eerste stap is. Als de groenten slordig zijn gesneden, kan de volgende student er weinig mee.
Vertaal dit naar andere vakgebieden: bij adviesrapporten kunnen studenten werken in een keten. De eerste student doet de analyse, de tweede schrijft het advies, en de derde presenteert de oplossing aan de ‘klant’. Als de analyse niet deugt, wordt het lastig om een goed adviesrapport te maken – tenzij de volgende student kritisch kijkt, feedback geeft en creatief problemen oplost. En dat is precies wat je wilt bereiken: studenten leren niet alleen van hun eigen werk, maar ook van het werk van hun klasgenoten. AI kan een hoop, maar het heeft nog geen idee wat je buurman heeft gedaan. - Maak AI onderdeel van het leerproces
Eén ding is zeker: AI verdwijnt niet meer. Dus waarom zou je het blijven zien als de grote vijand? Leer studenten in plaats daarvan om AI slim en ethisch te gebruiken. Geef ze bijvoorbeeld de opdracht om een eerste versie van een verslag met AI te genereren, maar laat ze dit vervolgens beoordelen, verbeteren en uitleggen wat ze hebben aangepast.
Voor de koksopleiding: laat een student ChatGPT om een recept vragen, maar vraag hen te onderbouwen waarom bepaalde keuzes (zoals kooktijden of kruidencombinaties) niet realistisch zijn. Voor fiscaal recht: geef hen AI-antwoorden op een casus, en laat ze kritisch analyseren wat klopt en wat niet. Zo dwing je hen om verder te denken dan het eindproduct en stimuleer je kritisch denken.
Conclusie: Samenwerken als wapen tegen oppervlakkigheid
AI is geen vijand, het is een uitdaging – én een kans. Maar de kern van het onderwijs blijft: leren gebeurt in interactie, met elkaar, en door te dóen. Door de nadruk te leggen op praktijk, samenwerking en kritische vaardigheden, kun je AI omzeilen én studenten voorbereiden op een wereld waarin technologie steeds meer een rol speelt.
Dus, wat wordt het? Ga je toekijken hoe AI je lessen overneemt, of maak je het leerproces weer betekenisvol? Het antwoord ligt niet in het verslag – het ligt in de praktijk.
0 reacties