Volgens recentelijk onderzoek is de fysieke aanwezigheid van studenten in de les cruciaal voor studiesucces. Regelmatige en zelfs vroege aanwezigheid in de lessen correleert sterkt met betere studieprestaties[1]. Gezien deze bevindingen is het essentieel dat onderwijsinstellingen strategieën implementeren die studenten niet alleen fysiek naar de les lokken, maar ook mentaal betrokken houden.
Om inzicht te krijgen in welke benaderingen volgens docenten het meest bijdragen om de motivatie, betrokkenheid en aanwezigheid van studenten in hun lessen te vergroten, hebben we twee docenten (docent Burgerschap ROC van Nijmegen en docent Lerarenopleiding Nederlands) gevraagd hierop te reageren. Deze docenten deelden hun observaties en aanpakken met betrekking tot de leerbehoeften van de huidige studentengeneratie.
In recente discussies, zoals die van Rutger Kappe op LinkedIn, wordt de afnemende fysieke aanwezigheid op campussen als een serieuze bedreiging voor het studiesucces belicht. Kappe wijst op diverse oorzaken, met als belangrijkste de nasleep van de coronapandemie, die de mentale gezondheid van studenten negatief heeft beïnvloed en daardoor leidt tot verminderde motivatie bij de studenten. Daarnaast blijven studenten langer thuis wonen omdat ze geen betaalbare kamer kunnen vinden. Dit weerhoudt studenten ervan om naar de campus te komen voor korte lessen. Deze trend onderstreept het belang van het versterken van zowel academische als sociale bindingen om een negatieve spiraal van lage aanwezigheid en studie-uitval te doorbreken.
Om de motivatie en betrokkenheid van de huidige studentengeneratie te vergroten, kunnen onderwijsinstellingen zich richten op het creëren van een leeromgeving die tegemoetkomt aan hun behoeften. Studenten zijn gemotiveerder om deel te nemen aan de lessen wanneer zij het gevoel hebben dat ze erbij horen, dat hun aanwezigheid ertoe doet en dat ze gezien en gehoord worden.
Betrekken van de huidige studentengeneratie
Veel van de huidige generatie studenten, die veelal vanwege hun van jongs af aan aanwezige vertrouwdheid met internet en technologie, ervaren een hoge werk- en prestatiedruk. Daarnaast kan financiële druk zoals het leenstelsel en de onbetaalbaarheid van woningen, de deelname aan het studentenleven bemoeilijken. De snelle technologische ontwikkelingen en de toegenomen diversiteit binnen de studentenpopulatie laten eens te meer zien dat we in het onderwijs moeten inzetten op verbinding, contact, en differentiatie in leertrajecten. Voor docenten onderstreept dit het belang van persoonlijke aandacht, duidelijke communicatie, het bieden van structuur en flexibiliteit, en het stimuleren van reflectie. De introductie-periode is daarbij cruciaal.
De eerste weken van het studiejaar
De eerste weken van het studiejaar zijn doorslaggevend voor het vestigen van goede studiegewoonten en het ontwikkelen van een sterke band met de opleiding. Een gebrek aan structuur en duidelijke communicatie tijdens de introductieweken kan ertoe leiden dat studenten zich verloren voelen, zoals bleek uit klachten van enkele studenten aan de technische universiteit. Hun introductieprogramma was te gefocust op sociale activiteiten zonder voldoende academische oriëntatie, wat resulteerde in verwarring over studie-eisen en –methoden en negatieve invloeden op hun eerste semesterprestaties.
Om studenten van het begin af aan te binden aan de opleiding en het onderwijs, is het cruciaal dat introductieprogramma’s een evenwichtige mix bevatten van sociale en informatieve sessies die zowel de academische verwachtingen als de ondersteunende activiteiten van de universiteit benadrukken[2]. Mentorschapsprogramma’s waarbij ouderejaarsstudenten nieuwe studenten begeleiden, kunnen helpen bij het navigeren door het academische en sociale landschap van de universiteit, wat bijdraagt aan een sterker verbondenheid en aanhoudende betrokkenheid gedurende het hele jaar.
Door een mix van introductie-activiteiten, én de studenten in de eerste weken daarin keuzes te bieden in hoe en welke introductiesessies ze bijwonen, kunnen onderwijsinstellingen het gevoel van autonomie versterken, wat de motivatie en betrokkenheid bevordert. Zo kan een onderwijsinstelling kiezen om verschillende programma’s aan te bieden die studenten kunnen volgen, afhankelijk van hun interesse en studierichting; bijvoorbeeld een track gericht op academische/kennisgerichte vaardigheden, een andere op sociale integratie, en nog een andere die een mix van beide biedt. Deze benadering erkent en respecteert de individuele behoeften van studenten, wat bijdraagt aan een positieve start van hun studie(-succes).
Flexibiliteit en autonomie
Flexibel onderwijs, dat studenten in staat stelt om tijd, plaats, inhoud en didactiek van hun leerproces aan te passen, is belangrijk voor de huidige studentengeneratie. Deze flexibiliteit in het onderwijs lijkt aan te sluiten bij hun leefwereld en biedt ze de mogelijkheid om werk, leren en sociaal leven te combineren. Studenten van nu willen meer inspraak en keuzevrijheid in hun opleiding. Ze willen graag zelf bepalen wanneer, waar, wat en hoe ze leren. Mogelijkheden om te versnellen of te vertragen in hun studietraject, bijvoorbeeld door vrijstellingen of het later volgen van een blok, spreken hen aan[3]. Het kunnen kiezen van authentieke taken en lesinhoud die aansluiten bij hun interesses, vergroot hun motivatie en autonomie. Dit geeft ze het gevoel dat ze zelf regie hebben over hun leerproces[4].
Een kanttekening hierbij is dat te veel flexibiliteit en keuzevrijheid in het onderwijs studenten kan demotiveren. De behoefte voor meer tijd- en plaats onafhankelijk leren en keuzevrijheid in het onderwijs botst met de gelijktijdige behoefte die studenten hebben aan structuur en heldere kaders[5]. Een evenwicht tussen flexibiliteit en structuur is hierin essentieel[6]. De mate van flexibiliteit in het onderwijs is afhankelijk van de specifieke behoeften van de doelgroep, zoals reguliere studenten of werkende professionals[7]. Daarbij is het van belang te benadrukken dat flexibiliteit geen doel op zich is, maar een middel om eigentijds onderwijs te ontwerpen en in te zetten die de motivatie, leerprestaties en het studiesucces van studenten uiteindelijke bevordert.
’Geef studenten autonomie door hen keuzevrijheid te bieden in hun leerproces. Vraag om hun feedback over het onderwijsontwerp, jouw colleges en begeleiding. Ontwerp opdrachten die relevant en betekenisvol zijn voor hun toekomstige beroep. Laat studenten meedenken in het ontwerp van de opleiding. Dit bevordert een gevoel van eigenaarschap en motivatie.
Docent Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Differentiatie in het onderwijs
Differentiatie in het onderwijs is essentieel om tegemoet te komen aan de diverse leerbehoeften van studenten en te zorgen voor een inclusieve leeromgeving. Docenten kunnen door middel van differentiatie het lesmateriaal en de instructies aanpassen aan verschillende leerbehoeften en niveaus, waardoor elke student optimaal wordt uitgedaagd. De literatuur onderstreept het belang van differentiatie in het onderwijs, met name voor de huidige studentengeneratie[8].
Dit betekent dat docenten moeten nadenken over de manier waarop ze hun lessen aanbieden, door bijvoorbeeld verschillende werkvormen te gebruiken, diverse leermiddelen in te zetten, studenten te stimuleren om hun eigen leerproces vorm te geven én hierop te reflecteren. Een gedifferentieerde aanpak zorgt ervoor dat de lessen toegankelijk en uitdagend zijn voor iedere student, ongeacht hun voorkennis, vaardigheden of interesses. Dit bevordert niet alleen de prestaties, maar ook de motivatie en het welzijn van studenten, omdat ze zich gezien en erkend voelen in hun eigen leerproces.
Een belangrijk aspect van differentiatie is het aanbieden van flexibiliteit in het onderwijs, waardoor studenten meer zeggenschap krijgen over hun leerproces. Dit kan bijvoorbeeld door studenten te laten kiezen uit verschillende leerpaden, het aanbieden van zowel online als offline lesmateriaal, en het faciliteren en integreren van zelfstudie in het onderwijs. Hoewel onderzoek aantoont dat afwezigheid van studenten kan leiden tot slechte leerprestaties, kan online onderwijs juist een oplossing bieden om betrokkenheid en motivatie te vergroten. Door het bieden van autonomie en flexibele leertrajecten, kunnen studenten leren op een manier die past bij hun persoonlijke behoeften en ritme. Dit sluit aan bij de behoefte aan autonomie van de huidige generatie studenten en kan de aanwezigheid en actieve deelname verbeteren door de leeromgeving aan te passen aan hun voorkeuren.
Versterken van de relatiekwaliteit
De huidige generatie studenten hecht veel waarde aan een sterke persoonlijke relatie en erkenning. Docenten spelen een cruciale rol in het creëren van een positieve leerervaring voor studenten, wat de motivatie en het welzijn van de studenten bevordert[9]. Studenten voelen zich gezien en gehoord wanneer docenten persoonlijke aandacht voor hen hebben, zowel tijdens als buiten de lessen. Docenten kunnen dit bewerkstelligen door informele gesprekken, interesse te tonen in hun leven en vertrouwen te wekken. Daarbij hechten studenten waarde aan een consistente begeleider tijdens hun studie, die hen door de jaren heen leert kennen[10].
‘’ Het inspelen op de relatie herken ik helemaal. Om maatwerk te bieden, moeten we wel weten wie we voor ons hebben. In eerste instantie niet op professioneel, maar vooral op persoonlijk vlak. Leer je studenten kennen op persoonlijk niveau. Begrijp hun interesses, zorgen en wat er speelt in hun leven. Dit creëert een vertrouwensband en zorgt ervoor dat studenten zich gezien en gehoord voelen’’.
Docent ROC Nijmegen.
Ook is het stimuleren van reflectie een waardevolle manier om differentiatie in de praktijk te brengen. Door studenten te helpen reflecteren op hun leerproces, worden ze zich bewuster van hun eigen sterke punten, zwakke punten en leervoorkeuren. Dit stelt docenten in staat om gerichter te differentiëren en studenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van effectieve leerstrategieën. Uit het rapport over het verbeteren van sociale binding en welzijn onder studenten in het Nederlands onderwijs, wordt reflectie benoemt als een belangrijk onderdeel[11].
‘’We proberen zoveel mogelijk te laten ervaren en taal te vinden om op deze ervaringen te reflecteren. Ik zie dat studenten vaak wel weten wat ze kunnen/interessant vinden, maar het moeilijk vinden om daar woorden aan te geven. Door middel van gestructureerde feedback help ik hen reflecteren. Dit helpt hen om zich bewust te worden van hun vaardigheden en interesses, wat hun zelfvertrouwen en motivatie verhoogt’’.
Docent ROC Nijmegen.
Integratie van onderwijs, zelfstudie en de transfer naar de beroepspraktijk
Het integreren van zelfstudie met klassikale instructie bevordert zelfstandig leren en zorgt voor een dieper begrip van de leerstof. Dit betekent dat zelfstudie direct aansluit op de klassikale lessen en leerdoelen. Bijvoorbeeld, studenten kunnen specifieke hoofdstukken lezen voor een les, die vervolgens in de klas worden besproken en toegepast. Docenten kunnen zelfstudie bevorderen door duidelijke richtlijnen en ondersteunende materialen te bieden. Activerende didactiek, zoals het toepassen van theorie op praktijkcases helpt studenten de relevantie van zelfstudie te zien. Hier speelt de docent een belangrijke rol als het gaat om de praktische vertaling van de theorie naar de praktijk.
Het voorkomen van overbelasting
De frequentie van toetsen speelt een belangrijke rol in de betrokkenheid van studenten, omdat het direct van invloed is op hun studiegewoonten en motivatie. Hoewel een overvloed aan toetsen stress kan veroorzaken en de betrokkenheid negatief kan beïnvloeden, kan een te lage frequentie leiden tot uitstelgedrag en een oppervlakkige benadering van de leerstof. Onderwijsinstellingen kunnen dit aanpakken door toetsmomenten te spreiden en af te stemmen op de leercurve van studenten. Dit bevordert niet alleen de aanwezigheid en betrokkenheid van studenten tijdens de lessen, maar draagt ook bij aan een positievere leerervaring. Wanneer studenten minder stress ervaren door een betere spreiding van toetsmomenten, is de kans groter dat ze de lessen consistent bijwonen en actief deelnemen, wat uiteindelijk hun leerprestaties bevordert[11] . De frequentie van toetsing moedigt studenten aan regelmatiger te studeren en bevordert een continue leerproces[12].
Gebruik van het hele jaar
Het volledige studiejaar actief gebruiken voor onderwijsactiviteiten bevordert een continu leerproces. Hierdoor worden lange pauzes in het leren, die kunnen leiden tot kennisverlies en verminderde betrokkenheid, voorkomen. Onderwijsperiodes van 7 weken, gevolgd door 2 toetsweken of weken waarin een portfolio geproduceerd én getoetst wordt, zijn funest voor het plannen gedurende het hele jaar. Zeker als hier de vakanties nog een keer bijkomen. Spreiding en herhaling zijn belangrijke didactische principes die we zeker in ere moeten houden. Gebruik de onderwijstijd die staat voor het curriculum en “prop” het niet in korte sprints. Aanvullende maatregelen als het organiseren van zomerscholen of korte cursussen tijdens vakantieperioden kan studenten helpen betrokken te blijven bij hun studie.
Conclusie
Om de betrokkenheid, motivatie en aanwezigheid van studenten te verhogen, dienen onderwijsinstellingen zich te richten op het creëren van een motiverende en inclusieve leeromgeving die tegemoetkomt aan de behoefte van de huidige studentengeneratie. Concreet betekent dit dat onderwijsinstellingen moeten investeren in een evenwichtig introductieprogramma met zowel sociale als informatieve sessies, die studenten helpen zich te oriënteren en te engageren. Daarnaast is het van belang om studenten autonomie en flexibiliteit te bieden in hun leerproces door middel van flexibele roosters, online leermogelijkheden en keuzevrijheid in opdrachten. Een sterke docent-studentrelatie, gebaseerd op persoonlijke aandacht, consistente begeleiding en oprechte interesse, draagt bij aan een positieve leerervaring en vergroot de betrokkenheid van studenten. Ten slotte is het essentieel om de studielast te spreiden over het hele jaar en te zorgen voor een evenwichtige verdeling van toetsmomenten. Voor meer diepgaande informatie over deze aanpakken kun je de geciteerde studies raadplegen, die een breder beeld geven van specifieke interventies en hun effectiviteit.
Bronnen
[1] Kassarnig, V., Bjerre-Nielsen, A., Mones, E., Lehmann, S., & Lassen, D. D. (2017). Class attendance, peer similarity, and academic performance in a large field study. PloS one, 12(11), e0187078. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0187078
[2] Onderzoeksrapport-100-dagen-beleid.pdf (lsvb.nl)
[3] Bolhuis, E., Van Der Kaap, G., Petter-Mikx, E., Jansen, P., Wierik, M. T., & De Graaf, S. (2020). Mag ons hoger beroepsonderwijs wat meer flexibel? Tijdschrift Voor Hoger Onderwijs, 38(1), 41–60. https://doi.org/10.59532/tvho.v38i1.13308
[4] Brand – Gruwel, S. (2024). Voorbij keuzestress: een hanteerbaar ontwerpperspectief op flexibel onderwijs. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/spe.20240321sb
[5] Brand – Gruwel, S. (2024). Voorbij keuzestress: een hanteerbaar ontwerpperspectief op flexibel onderwijs. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/spe.20240321sb
[6] Brand – Gruwel, S. (2024). Voorbij keuzestress: een hanteerbaar ontwerpperspectief op flexibel onderwijs. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/spe.20240321sb
[7] Zuiker, I., Lam, J.I., Adriaanse, P., Bakker, W.E., Kluijtmans, M., & Tartwijk, J.V. (2018). Levenslang Leren: Uitgangspunten voor postacademisch onderwijs.
[8] van Mourik Broekman, A., Langeloo, A., Zwart, Z., Tigelaar, D., & Kamans, E. (2024). Samen sterker in het Onderwijs: 16 werkzame elementen om sociale binding en welzijn in het onderwijs aan te pakken.
[9] Snijders, I., Wijnia, L., Rikers, R., & Loyens, S. (2022). Het belang van relatiekwaliteit in het hoger onderwijs. Tijdschrift Voor Hoger Onderwijs, 40(1), 63–84. https://doi.org/10.59532/tvho.v40i1.13400
[10] van Mourik Broekman, A., Langeloo, A., Zwart, Z., Tigelaar, D., & Kamans, E. (2024). Samen sterker in het Onderwijs: 16 werkzame elementen om sociale binding en welzijn in het onderwijs aan te pakken.
[11] Kassarnig, V., Bjerre-Nielsen, A., Mones, E., Lehmann, S., & Lassen, D. D. (2017). Class attendance, peer similarity, and academic performance in a large field study. PloS one, 12(11), e0187078. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0187078
[12] Roediger, Henry & Putnam, Adam & Sumeracki, Megan. (2011). Ten Benefits of Testing and Their Applications to Educational Practice. 10.1016/B978-0-12-387691-1.00001-6.
0 reacties