In mijn blog van 3 maart gaf ik al aan dat we te veel toetsen en dat dit vele toetsen lang niet altijd leidt tot meer leren bij de studenten.
Maar het is nog erger…
We toetsen niet alleen te veel, in het onderwijs zijn we ook nog verslaafd aan het geven van cijfers. Het gemiddelde van al die cijfers leidt uiteindelijk tot een beslissing over de toekomst van een student.
Een paar voorbeelden:
Een vriendin van mijn jongste dochter heeft moeite om haar eindexamen VWO te behalen. Een van de redenen is dat zij voor een mondeling examen Engels een 4,7 heeft gekregen. Een 4,7!!!!Hoe komt zo’n docent bij een 4,7? Dit cijfer suggereert een objectieve en nauwkeurige beoordeling van een prestatie van een student tot achter de komma. Hier zal ongetwijfeld een mooie rubric aan ten grondslag liggen, waar vast hard over nagedacht is.
Het becijferen van prestaties tot achter de komma is wat mij betreft een nutteloze bezigheid. Wat is de betekenis van dit cijfer? Beheerst deze student 47% van de mondelinge spreekvaardigheid van de Engelse taal op het niveau van VWO-6? En als dat zo is, hoe kan de docent dit met zoveel zekerheid vaststellen? Weet hij of zij zeker dat het niet 52% is of toch 65% of misschien 39%? En als een andere docent naar deze eenmalige prestatie kijkt van deze zelfde student (of het liefst van een opname van dezelfde prestatie), hoe groot is dan de kans dat deze docent ook precies op die 4,7 uitkomt?
Kortom is hier sprake van objectiviteit en nauwkeurigheid of is de factor toeval veel groter dan de 4,7 suggereert?
Veel opleidingen in mbo, hbo en wo werken op dit moment aan een systeem om digitale kennistoetsen met online surveillance (proctoring) af te nemen. Het argument dat hiervoor gegeven wordt is dat het afnemen van toetsen thuis nodig is om studievertraging te voorkomen. De opleidingen zijn dus blijkbaar niet in staat om een betrouwbare, valide en transparante beslissing te nemen over het niveau en de studievoortgang van de student zonder een toets aan het einde van de opleiding of het studiejaar.
In mijn beeld betekent dit dus dat het nemen van een beslissing over een student afhankelijk is van een beperkt aantal (kennis-) toetsen aan het einde van een studiejaar of opleiding en dat het cijfer dat uit deze toets komt een belangrijke bijdrage levert over de beslissing ten aanzien van studievoortgang.
Dat roept bij mij de vraag op wat de betrouwbaarheid is van deze beslissing? Hoeveel studenten gaan er onterecht toch door en hoeveel studenten vallen onterecht af? Waar is het menselijk oordeel bij deze beslissingen? En bovendien is er niet te veel aandacht voor alleen het kwalificerende deel van het onderwijs wanneer we op basis van (kennis-)toetsen een beslissing nemen (Biesta, 2015)?
Hoeveel “onschuldige studenten” worden alsnog veroordeeld tot een extra jaar of hoeveel “schuldige studenten” studeren onterecht af? Wie van jullie steekt zijn of haar hand in het vuur voor iedere beslissing op basis van de gemiddelde scores van studenten?
IS ER EEN ALTERNATIEF?
Het programmatisch toetsen (Vleuten, Schut, & Heeneman, 2018) van (onderdelen van) een curriculum biedt in deze gevallen zeker uitkomst. De essentie van deze manier van toetsen is dat mensen beslissingen nemen over de voortgang van studenten op basis van een mix van verschillende toetsvormen in een transparant proces van toetsen. De student krijgt veel kwalitatieve feedback over zijn leerproces en de gelegenheid om te verbeteren.
Een aantal spelregels op een rij voor programmatisch toetsen:
- Zak- en slaagbeslissingen op basis van een diversiteit aan meetpunten
- Een mix aan toetsmethoden wordt gebruikt
- Het aantal datapunten is gerelateerd aan de zwaarte van de beslissing
- Continue feedback in een dialoog met de lerende om zelfsturing te bevorderen
- Het eindoordeel is een menselijk oordeel op basis van voldoende beoordelaarsexpertise.
De manier van beoordelen voorkomt dat een student na 4 jaar onderwijs nog op de laatste dag in de stress zit over het wel of niet halen van het studiejaar of de gehele opleiding, is een antwoord op privacy issues bij online surveilleren en het belangrijkste: het stimuleert het leren.
Ik ben nieuwsgierig naar jullie ervaringen met programmatisch toetsen. Ik wil je vragen om die met mij te delen. En wil je er meer over horen? Kijk dan naar bijgevoegde webinar vanuit www.hulpbijonlineleren.nl.
Bronnen:
Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs. Uitgeverij Phronese.
Vleuten, C. v., Schut, S., & Heeneman, S. (2018). Programmatisch toetsen als motor voor professioneel leren in het hoger onderwijs. In D. Sluijsmans, & M. Seegers, Toetsrevolutie (pp. 124-135). Phronese.
0 reacties